Voor deze les is er geen handleiding gebruikt. Het thema is "Allerheiligen" (vlak voor de herfstvakantie).
Als inleiding gebruikte de juf een bezinningstekst. Voor ze de tekst leest, steekt ze enkele kaarsjes aan. Ze leest de tekst voor, de leerlingen luisteren in stilte.
Na de bezinningstekst stelde de juf een aantal vragen. "Hebben jullie al eens iemand verloren? Hoe voelde je je toen? Wat deed je toen? Hoe reageerde andere? Wat doe je bij Allerheiligen? Wat betekent die dag voor jou?" De leerlingen mogen ook zelf vragen stellen. Dan stelt de juf de vraag: "Hoe zijn Allerheiligen en Allerzielen ontstaan?" De juf gaat op de laatste vraag dieper in. Ze vertelt hoe het ontstaan is.... Als verwerkingsopdracht mogen de leerlingen een gedicht of een tekst schrijven over Allerheiligen. Ze mogen zelf kiezen wat er in staat, hoe het is opgebouwd...
Als de leerlingen klaar zijn, mogen diegene die het willen, hun tekst voorlezen. De tekst wordt dan kort besproken. De andere leerlingen zeggen hoe ze het vonden. Wat het met hun deed...
Hoe worden de 5 geboden van goed godsdienstonderwijs toegepast?
1. Verken met de kinderen de levensbeschouwelijke dimensie van het leven. Geen catechese!
De juf stelt veel vragen en ook de leerlingen mogen vragen stellen. De juf gaat in op alle vragen. Ik vind wel dat er niet echt levensvragen gesteld worden, maar ze geeft wel de kans aan de leerlingen om ze te stellen.
2. Wek daarbij hun belangstelling voor elementen van christelijk geloven (traditie)
Het gaat over allerheiligen en wat de kinderen daar zelf rond doen en weten. Er komen elementen van het christelijk geloven aan bod (naar de kerk gaan op allerheiligen, kerkhof bezoeken, samen zijn met familie, bidden voor de gestorvenen...)
3. Geef de kinderen kansen om zelf actief te leren, te verkennen, na te denken, te ontdekken...
De leerlingen kunnen hier niet zelf actief leren, ze verkennen wel elkaars ervaringen en gevoelens. Het verwerken van de les is het schrijven van een eigen tekst, dus ze worden wel aangezet om erover na te denken.
4. Maak verscheidenheid binnen en buiten de klas zichtbaar en relevant voor het leren
De juf vertelt hoe Allerheiligen en Allerzielen in andere landen en bij andere volken word gevierd. De leerlingen mogen daar ook vragen over stellen, waar de juf dan verder op ingaat.
5. Bied de kinderen ruimte om hun eigenheid als mens en gelovige te vinden, te uiten, te beleven, te vieren ook.
Dit kunnen ze doen aan de hand van het schrijven van een eigen tekst, waarin hun ervaringen, gevoelens en vragen aan bod mogen komen. Het voorlezen van die teksten is om het met de volledige klas te delen. Zodat er ook van elkaar kunnen leren en kunnen ervaren dat het voor iedereen anders is.
Proficiat, je bent goed bezig met je portfolio. Fijn te lezen dat je naar de conferentie van Leonard bent gegaan. De bedenkingen die je noteert heb ik ook bij andere studenten gelezen.
BeantwoordenVerwijderenVriendelijke groeten
Bruno Gevaert